top of page

Bang




10 December, derde keer therapie


Ik rij op tijd heen ik ben blij om haar weer te zien. Ze voelt vertrouwd, maar hoe dichter ik bij Arnhem kom, hoe meer buikpijn ik krijg. Mijn lichaam reageert onrustig.

Ze voelt vertrouwd, maar ik weet ook dat ze precies weet hoe ik in elkaar steek. En dat voelt op zich goed, want dan kunnen we aan de slag. Maar de andere kant ben ik bang. Bang dat ik breek, bang om me kwetsbaar op te stellen, bang om te gaan huilen. Jaren ben ik sterk geweest, heeft mijn lichaam op slot gestaan.


Ik zet de muziek nog wat harder om afleiding te zoeken. Ik rij soms wat te hard, fuck, geen bekeuring toch? Op een gegeven moment zie ik Nijmegen op het bordje staan. Wat was het fijn geweest om niet naar Arnhem te hoeven voor therapie in m'n eentje, maar met mijn lieve gezin in de auto te zitten, om naar Nijmegen te gaan op bezoek bij m'n moeder. En als er dan ook nog een liedje op de radio komt die aan m'n moeder gekoppeld is, komen de tranen langzamerhand... Dit gevoel zal de komende maanden vast nog blijven. In januari is ze er definitief er een jaar niet meer. Maar eigenlijk is ze er sinds ik het Noorden woon al niet meer.


Aangekomen bij therapie, blijf ik nog even in de auto zitten. Mijn lichaam zegt nee en mijn hoofd zegt: kom op Rosanne jij wilde in therapie. En ik geef me zelf een schop onder me komt. Ondertussen beantwoord ik nog wat appjes en bel ik snel even naar huis dat ik veilig ben aangekomen.


Therapie begint en ik begin weer, net zoals de vorige keren, het autistische rondje te lopen. Echt, waarom kan ik niet een ander rondje lopen? Waarom echt altijd het zelfde rondje? Ik merk dat ik me niet kan focussen. Mijn hoofd is vol en ik ben vooral moe van de slechte nachten slapen, door onze peuter die last van zijn ogen heeft. Ik ga liever in een hoekje even anderhalf uur slapen..


Op een gegeven moment moet ik met de stok met een stuk stof eraan gaan zwaaien. Het liefst zou ik er iemand mee vermoorden, maar dat is niet de opdracht.


Mijn hoofd begint eindelijk er een beetje bij te komen en mijn lichaam wordt nog onrustiger... Ik heb het gevoel dat ik elk moment wel kan huilen. Maar ik zeg tegen mezelf: Rosanne je gaat echt niet huilen.


Huilen doe je straks maar in de auto.

Met de laatste opdracht moet ik met een doek een veilige haven maken voor mezelf. Heel mijn lichaam protesteert ertegen, maar ik doe het. Als ik klaar ben komt Renate dichterbij. Mijn lichaam wil het liefst haar weg duwen en slaan. Maar dat kan echt niet, ik kan haar niet gaan slaan. Ze merkt gelukkig aan mij dat ik het niet trek. Ik mag meerdere doeken pakken om de cirkel groter te maken, zodat ze verder weg staat.. Het liefst zet ik haar in de gang, dan heb ik de ruimte echt voor mezelf en dan ben ik een soort van 'veilig'.


Anderhalf uur is voorbij gevlogen, volgens mij kan ik hier wel een hele dag zijn. Ik ben zo dankbaar dat de klik met Renate er is. De klik die ik met haar heb, is gek. In zo'n korte tijd vertrouw ik haar, maar toch vind ik het eng. Eng om open te stellen eng om te breken. Want als ik de auto in stap moet ik mezelf weer snel kunnen herpakken. Want ik heb een gezin waar ik de draaiende motor van ben. Als ik uitval moet Ylaine nog meer doen. Bang dat ik ervoor de kinderen niet kan zijn.


We sluiten af met een glas thee even vijf minuten herstel. Het is bizar hoe goed Renate mensenkennis heeft en het door heeft dat mijn lichaam dit even nodig heeft. Het liefst zou ik haar een knuffel willen geven om haar te bedanken voor hoe ze zo snel door mij heen kan prikken.. Maar zij is de therapeut en ik de cliënt..


Ik stap de auto bel Ylaine even snel dat ik het overleefd heb en dat ik ga rijden en dat ik nog even langs oma ga. Ik kan nog niet naar huis. Dat uurtje extra alleen heb ik nodig. Thuis gaat alles redelijk ondanks dat de ogen van de twee jongsten steeds dicht zitten en onze puber bespuugd is door een meisje.

Bij oma is het goed. Ze wordt oud, begint moeilijker te lopen.. Ik hoop zo dat ze nog tien jaar meegaat.


Oma, je wordt 100, hè?

Ik laat haar wat foto's zien van de kinderen en ze zegt het niet, maar ik merk, of hoop, dat ze trots op me is. Ik zeg dat ik bij therapie ben geweest in Arnhem. Ze zegt heel duidelijk: als jij denkt dat je het nodig hebt, dan moet je dat doen.

Ik loop oma haar huis uit met in mijn gedachten dat dit zomaar de laatste keer kan zijn dat ik ben. Oudere mensen hebben helaas niet het eeuwige leven...

bottom of page